DOEL 1: effectief communiceren in een vreemde taal en op een cultureel gepaste manier omgaan met moedertaalsprekers van die taal.
Doelstellingen:
- Bereik functionele vaardigheid in luisteren, spreken, lezen en schrijven.
- Herken cultuurspecifieke perspectieven en waarden die zijn ingebed in taalgedrag.
- Decodeer, analyseer en interpreteer authentieke teksten van verschillende genres.
- Produceren van georganiseerde, samenhangende discours in mondelinge en schriftelijke vorm.
DOEL 2: Erkenning van culturele waarden, gebruiken en erfgoed van het vreemde land of de bestudeerde landen.
Doelstellingen:
- Praktische kennis verkrijgen van de geografie en geschiedenis van dat land.
- Verklaar de aard van de belangrijkste sociale en politieke structuren.
- Identificeer belangrijke literaire werken, kunstwerken en muziek.
- Beschrijf en verklaar rituelen en gebruiken van het dagelijks leven.
DOEL 3: Ontwikkeling van dispositie en cognitieve strategieën voor levenslang leren van andere talen en culturen.
Doelstellingen:
- Herken de aard van culturele identiteit, vergelijking tussen culturele verschillen, contrast tussen huis en cultuur.
- Verwerf flexibiliteit en openheid van geest bij het onderhandelen over culturele verschillen.
- Ontwikkel inzicht in de aard van taal zelf, het proces van taal- en cultuurverwerving.