Edward Jenner, een Engelse plattelandsarts uit Gloucestershire, dient ’s werelds eerste vaccinatie toe als een preventieve behandeling voor pokken, een ziekte die door de eeuwen heen miljoenen mensen heeft gedood.
Terwijl hij nog een medische student was, merkte Jenner op dat melkmeisjes die een ziekte hadden opgelopen die koepokken wordt genoemd en die blaasjes op de koeienuiers veroorzaakte, geen pokken kregen. In tegenstelling tot pokken, die bij mensen ernstige huiduitbarstingen en gevaarlijke koorts veroorzaakten, leidde koepokken bij deze vrouwen tot weinig zieke symptomen.
LEES MEER: Hoe een tot slaaf gemaakte Afrikaanse man generaties hielp redden van pokken
Op 14 mei 1796 nam Jenner vloeistof uit een koepokkenblaar en krabde het in de huid van James Phipps, een achtjarige jongen. Een enkele blaar rees ter plaatse op, maar James herstelde zich snel. Op 1 juli heeft Jenner de jongen opnieuw ingeënt, dit keer met pokken, en er ontwikkelde zich geen ziekte. Het vaccin was een succes. Artsen in heel Europa namen al snel de innovatieve techniek van Jenner over, wat leidde tot een drastische afname van het aantal nieuwe patiënten met de verwoestende ziekte.
In de 19e en 20e eeuw ontwikkelden wetenschappers die Jenners model volgden nieuwe vaccins om talloze dodelijke ziekten te bestrijden, waaronder polio, kinkhoest, mazelen, tetanus, gele koorts, tyfus en hepatitis B en vele anderen. Er werden ook meer geavanceerde vaccins tegen pokken ontwikkeld en tegen 1970 hadden internationale vaccinatieprogramma’s, zoals die van de Wereldgezondheidsorganisatie, pokken wereldwijd geëlimineerd.
Bekijk hier alle pandemiedekking