Macrofagen migreren naar en circuleren in bijna elk weefsel, patrouilleren op pathogenen of elimineren dode cellen. De onderstaande tabel beschrijft de locatie en functie van een paar verschillende macrofaagpopulaties.
|
Type macrofaag |
Locatie |
Functie |
|
Alveolaire macrofaag |
Longblaasjes |
Fagocytose van kleine deeltjes, dode cellen of bacteriën. Initiatie en controle van immuniteit tegen respiratoire pathogenen |
|
Kupffer-cellen |
Lever |
Start immuunresponsen en hermodellering van leverweefsel. |
|
Microglia |
Centraal zenuwstelsel |
Eliminatie van oude of dode neuronen en controle van immuniteit in de hersenen. |
|
Miltmacrofagen (marginale zone, metallofiele en rode pulpamacrofagen) |
Milt marginale zone, rode en witte pulp |
Eliminatie van disfunctionele of oude rode bloedcellen. |
Macrofagen kunnen producten van bacteriën en andere micro-organismen detecteren met behulp van een systeem van herkenningsreceptoren zoals Toll-like receptoren (TLR’s). Deze receptoren kunnen specifiek binden aan verschillende pathogene componenten zoals suikers (LPS), RNA, DNA of extracellulaire eiwitten (bijvoorbeeld flagelline van bacteriële flagella).