Tweet
Hieronder staan de beste 5 psalmen in hun geheel, zoals blijkt door de meest gezochte op Google (2014). In volgorde van populariteit zijn ze: Psalm 23, 91, 139, 27 en 121.
Misschien wil je ook de beste Psalmen-citaten en -verzen zien, die favoriete verzen op inspirerende afbeeldingen bevatten.
Psalm 23 (ESV)
1 De Heer is mijn herder; Ik zal het niet ontbreken.
2 Hij doet me neerliggen in groene weiden. Hij leidt me aan rustige wateren.
3 Hij herstelt mijn ziel. Hij leidt me op paden van gerechtigheid omwille van zijn naam.
4 Ook al loop ik door het dal van de schaduw des doods, ik zal geen kwaad vrezen, want je bent bij mij; je stok en je staf, ze troosten me.
5 Je maakt een tafel voor me klaar in de aanwezigheid van mijn vijanden; gij zalft mijn hoofd met olie; mijn beker stroomt over.
6 Zeker, goedheid en barmhartigheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven, en ik zal voor eeuwig in het huis des Heren wonen.
Psalm 91 (NIV)
1 Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont, zal rusten in de schaduw van de Almachtige.
2 Ik zal van de Heer zeggen: ‘Hij is mijn toevlucht en mijn vesting, mijn God, in wie Ik vertrouw. ”
3 Hij zal u zeker redden van de strik van de vogelaar en van de dodelijke pest.
4 Hij zal u met zijn veren bedekken, en onder zijn vleugels zult u een toevlucht vinden; zijn trouw zal je schild en wal zijn.
5 Je zult de verschrikking van de nacht niet vrezen, noch de pijl die overdag vliegt,
6 noch de pest die in de duisternis sluipt, noch de plaag die ’s middags vernietigt .
7 Er kunnen er duizend aan uw zijde vallen, tienduizend aan uw rechterhand, maar het zal niet bij u in de buurt komen.
8 U zult alleen met uw ogen kijken en de straf van de goddelozen zien.
9 Als je zegt: ‘De Heer is mijn toevlucht’, en je maakt de Allerhoogste tot je woning,
10 zal je geen kwaad overvallen, en er zal geen rampspoed in de buurt van je tent komen.
11 Want hij zal zijn engelen bevelen over jou om je te beschermen in al je wegen;
12 ze zullen je in hun handen heffen, zodat je je voet niet tegen een steen zult slaan.
13 Je zult op de leeuw en de cobra treden; jij zal de grote leeuw en de slang vertrappen.
14 ‘Omdat hij van mij houdt’, zegt de Heer, ‘zal ik hem redden; ik zal hem beschermen, want hij erkent mijn naam.
15 Hij zal mij aanroepen , en ik zal hem antwoorden; ik zal met hem in moeilijkheden zijn, ik zal hem verlossen en eren.
16 Met een lang leven zal ik hem tevreden stellen en hem mijn redding tonen. “
(Vervolg na advertentie)
Psalm 139 (NIV)
1 U hebt mij doorzocht, Heer, en u kent mij.
2 U weet wanneer ik zit en wanneer ik opsta; u ziet mijn gedachten van verre.
3 U onderscheidt mijn uitgaan en mijn liggen; U kent al mijn wegen.
4 Voordat er een woord op mijn tong ligt, weet U het, Heer, weet u het volledig.
5 U sluit mij achter en voor, en u legt uw hand op mij.
6 Zulke kennis is te wonderbaarlijk voor mij, te verheven om te verwerven.
7 Waar kan ik heen gaan van uw Geest? Waar kan ik vluchten voor uw aanwezigheid?
8 Als ik naar de hemel ga, bent u daar; als ik mijn bed in de diepte opmaak, ben jij daar.
9 Als ik opsta op de vleugels van de dageraad, als ik me aan de andere kant van de zee vestig,
10 zelfs daar zal je hand me leiden, je rechterhand zal me vasthouden.
11 Als ik zeg: “De duisternis zal me zeker verbergen en het licht wordt nacht om me heen”,
12 zal zelfs de duisternis niet donker voor je zijn; de nacht zal schijnen zoals de dag, want de duisternis is als licht voor u.
13 Want u hebt mijn diepste wezen geschapen; u hebt mij samengebonden in de schoot van mijn moeder.
14 Ik loof u omdat ik op een vreselijke en wonderlijke manier ben gemaakt; uw werken zijn geweldig, dat weet ik heel goed.
15 Mijn gestalte was niet voor je verborgen toen ik op de geheime plaats werd gemaakt, toen ik in de diepten van de aarde met elkaar werd geweven.
16 Je ogen zagen mijn ongevormd lichaam ; alle dagen die voor mij waren verordineerd, werden in uw boek geschreven voordat een van hen ontstond.
17 Hoe kostbaar zijn uw gedachten voor mij, God! Hoe groot is de som ervan!
18 Zou ik tellen ze zouden de korrels overtreffen zand – als ik wakker word, ben ik nog steeds bij je.
19 Als jij, God, de goddelozen maar zou doden! Weg van mij, u die bloeddorstig bent!
20 Zij spreken over u met kwade bedoelingen; uw tegenstanders misbruiken uw naam.
21 Haat ik niet degenen die u haten, Heer, en verafschuw ik degenen die tegen u in opstand zijn niet?
22 Ik heb niets dan haat voor hen; Ik beschouw hen als mijn vijanden.
23 Doorgrond mij, God, en ken mijn hart; test mij en ken mijn angstige gedachten.
24 Kijk of er een aanstootgevende weg in mij is, en leid mij op de eeuwige weg.
Psalm 27 (NIV)
1 De Heer is mijn licht en mijn redding – voor wie zal ik vrezen? De Heer is de vesting van mijn leven – voor wie zal ik bang zijn?
2 Als de goddelozen tegen mij oprukken om mij te verslinden, zullen mijn vijanden en mijn vijanden struikelen en vallen.
3 Hoewel een leger mij belegert, zal mijn hart niet vrezen; hoewel er tegen mij oorlog uitbreekt, zelfs dan zal ik vertrouwen hebben.
4 Eén ding vraag ik van de Heer, dit alleen zoek ik: dat ik moge alle dagen van mijn leven in het huis van de Heer wonen, om naar de schoonheid van de Heer te staren en hem in zijn tempel te zoeken.
5 Want in de dag van benauwdheid zal hij mij in zijn woning beschermen; hij zal mij verbergen in de beschutting van zijn heilige tent en mij hoog op een rots zetten.
6 Dan zal mijn hoofd verheven zijn boven de vijanden die mij omringen; bij zijn heilige tent zal ik met gejuich van vreugde offeren; Ik zal zingen en muziek maken voor de Heer.
7 Hoor mijn stem als ik roep, Heer; wees mij genadig en antwoord mij.
8 Mijn hart zegt van u: “Zoek zijn aangezicht!” Uw aangezicht, Heer, ik zal zoeken.
9 Verberg uw aangezicht niet voor mij, keer uw dienaar niet weg in toorn; u bent mijn helper geweest; verwerp mij niet en verlaat mij niet, God mijn Redder.
10 Hoewel mijn vader en moeder mij verlaten, zal de Heer mij aannemen.
11 Leer mij uw weg, Heer; leid mij op het rechte pad vanwege mijn onderdrukkers.
12 Geef mij niet over aan het verlangen van mijn vijanden, want valse getuigen staan tegen mij op en spuien kwaadaardige beschuldigingen uit.
13 Ik blijf hier zeker van: ik zal de goedheid van de Heer zien in het land van de levenden.
14 Wacht op de Heer; wees sterk en houd moed en wacht op de Heer.
Psalm 121 (NIV)
1 Ik hef mijn ogen op naar de bergen – waar komt mijn hulp vandaan?
2 Mijn hulp komt van de Heer, de Maker van hemel en aarde.
3 Hij zal uw voet niet laten wegglijden – hij die over u waakt, zal niet sluimeren;
4 inderdaad, hij die over Israël waakt, zal niet sluimeren noch slapen.
5 De Heer waakt over u – de Heer is uw schaduw aan uw rechterhand t hand;
6 de zon zal je overdag geen kwaad doen, noch de maan ’s nachts.
7 De Heer zal je behoeden voor alle kwaad – hij zal over je leven waken;
8 de Heer zal waken over je komen en gaan, nu en voor altijd.
Dit vind je misschien ook leuk:
Beroemde Psalmen