Vroege blaaskanker betekent dat de kankercellen zich alleen in de binnenwand van de blaas bevinden. Ze zijn niet door de binnenbekleding heen gegroeid tot in de diepere spierlaag van de blaas. Het is vroeg in zijn ontwikkeling.
Vroege blaaskanker wordt ook wel oppervlakkige blaaskanker of niet spierinvasieve blaaskanker genoemd.
De stadia van vroege blaaskanker
Artsen diagnosticeren vroege blaaskanker door te kijken hoe ver tumoren in de blaas zijn gegroeid. Dit wordt de T-fase genoemd. Er zijn 3 T-stadia van vroege blaaskanker – Tis, Ta en T1.
Carcinoma in situ (CIS of Tis)
Carcinoma in situ (ook wel CIS of Tis genoemd) betekent zeer vroege, hoogwaardige kankercellen die zich alleen in de binnenste laag van de blaaswand bevinden.
Het is een niet-invasieve kanker van de platte urotheel- of overgangscellen. Deze cellen vormen alle vochtige weefsels die uw lichaamsorganen bekleden.
Ze kunnen op meer dan één plaats in de blaaswand groeien en er door een microscoop uitzien als platte fluweelachtige plekken.
Ta en T1
De kanker bevindt zich alleen in de binnenste laag van de blaaswand (Ta) OF is begonnen te groeien tot het bindweefsel onder de blaaswand (T1).
Deze tumoren zien er vaak uit als kleine paddenstoelen die uit de blaaswand groeien.
Artsen kijken ook of de kanker is uitgezaaid naar:
- eventuele lymfeklieren (dit wordt het N-stadium genoemd)
- andere delen van het lichaam (metastasen op afstand) zoals de botten, longen of lever (dit wordt het M-stadium genoemd)
Vroege blaaskanker is niet uitgezaaid naar de lymfeklieren (N0) of naar verre delen van het lichaam (M0).
Risicogroepen voor vroege blaaskanker
Artsen verdelen vroege blaaskanker in 3 risicogroepen. Deze groepen beschrijven hoe waarschijnlijk het is dat uw kanker zich verder verspreidt of na behandeling terugkomt.
De 3 risicogroepen zijn:
- laag risico
- gemiddeld (gemiddeld) risico
- hoog risico
Uw arts vertelt u of uw kanker een laag risico, gemiddeld (gemiddeld) risico of hoog risico heeft. Als ze uw risicogroep kennen, kunnen ze beslissen welke tests en behandelingen het beste voor u zijn.
Uw risicogroep hangt af van:
- de grootte van uw tumor (T-stadium)
- hoe de cellen eruit zien onder een microscoop (graad)
- hoeveel tumoren er zijn
- het type blaastumor
- of u heeft het afgelopen jaar een behandeling gehad voor vroege blaaskanker.
Behandeling
Het stadium van uw kanker helpt uw arts om te beslissen welke behandeling u nodig heeft. De behandeling hangt ook af van:
- uw type kanker (het type cellen waarin de kanker is begonnen)
- uw risicogroep (laag, gemiddeld of hoog)
- waar de kanker is
- andere gezondheidsproblemen
De behandeling kan omvatten:
- chirurgie
- chemotherapie in uw blaas
- een vaccin genaamd BCG in uw blaas