Vraag: “Wat betekent het om rechtvaardig te doen, barmhartigheid lief te hebben en nederig te wandelen (Micha 6: 8)?”
Antwoord: Een van de meest populaire verzen onder zowel Joden als Christenen die sociale rechtvaardigheid bevorderen, is Micha 6: 8. Er staat: “Hij heeft u laten zien, o man, wat goed is. En wat verlangt de HERE van u? Rechtvaardig handelen en barmhartigheid liefhebben en nederig wandelen met uw God.” Velen willen meer weten over wat dit inspirerende vers leert over de kwesties gerechtigheid, barmhartigheid en nederigheid.
Micha 6 betreft een denkbeeldig gesprek tussen de Heer en Israël. In de verzen 1-5 introduceert de Heer zijn zaak tegen de ongehoorzamen In de verzen 6-7 wordt Israëls antwoord weergegeven als een reeks vragen die beginnen met: “Waarmee zal ik tot de Heer komen?” (Micha 6: 6).
Israëls focus ligt op hun externe religieuze riten, en hun vragen laten een vooruitgang zien van minder naar groter. Ten eerste vragen ze of God tevreden zou zijn met brandoffers van eenjarige kalveren (Micha 6: 6b), offers die vereist zijn in de wet van Mozes. Ten tweede vragen ze of ze “duizenden rammen, met tienduizenden oliestromen” moeten meenemen (Micha 6: 7a). Dit is de retoriek van overdrijving; zo’n offer kan alleen worden gedaan door iemand die extreem rijk is of door de grotere. gemeenschap van Gods volk. Ten derde vragen ze of ze hun eerstgeboren zoons moeten offeren als een offer voor God. Zou dat genoeg zijn om hun zonde te bedekken? Zou God dan blij met hen zijn?
Vers 8 volgt met Gods antwoord, geworteld in de wet van Mozes: “Hij heeft u verteld, o man, wat goed is.” Met andere woorden, Israël had het antwoord op hun vragen al moeten weten. God zegt dan dat Hij hun religieuze riten, offers of offergaven niet nodig had of verlangde. In plaats daarvan zocht de Heer Israëls gerechtigheid, genade en nederigheid.
Het antwoord op Israëls zondeprobleem bestond niet uit talrijkere of pijnlijkere offers. Het antwoord was veel dieper dan enige religieuze naleving: ze hadden een verandering van hart nodig. Zonder het hart was Israëls conformiteit met de Wet niets meer dan hypocrisie. Andere profeten probeerden een soortgelijke boodschap over te brengen (Jesaja 1:14; Hosea 6: 6; Amos 5:21). Helaas was Gods volk traag om naar de boodschap te luisteren (Mattheüs 12: 7).
“Handel rechtvaardig” zou door Micah’s toehoorders zijn opgevat als een gevoel van goed en kwaad. In het bijzonder hadden de gerechtelijke rechtbanken een verantwoordelijkheid om rechtvaardigheid te bieden en de onschuldigen te beschermen. Onrechtvaardigheid was in die tijd een probleem in Israël (Micha 2: 1-2; 3: 1-3; 6:11).
“Liefdesbarmhartigheid” bevat het Hebreeuwse woord hesed, dat betekent ‘loyale liefde’ of ‘liefdevolle vriendelijkheid’. Samen met gerechtigheid moest Israël barmhartigheid bieden. Zowel gerechtigheid als barmhartigheid zijn fundamenteel voor Gods karakter (Psalm 89:14). God verwachtte van Zijn volk dat ze liefde zouden tonen aan hun medemens en loyaal zouden zijn in hun liefde jegens Hem, net zoals Hij loyaal aan hen was geweest (Micha 2: 8-9; 3: 10-11; 6:12).
“Wandel nederig” is een beschrijving van de houding van het hart ten opzichte van God. Gods volk is meer afhankelijk van Hem dan van hun eigen bekwaamheden (Micha 2: 3). In plaats van trots te zijn op wat we God brengen, erkennen we nederig dat er geen persoonlijke opoffering kan een hart vervangen dat toegewijd is aan gerechtigheid en liefde. Israëls retorische vragen kenden een driedelige progressie, en vers 8 bevat een vergelijkbare progressie. De reactie van een goddelijk hart is naar buiten (recht doen), naar binnen (liefdesbarmhartigheid) en naar boven (loop nederig).
De boodschap van Micha is nog steeds actueel. Religieuze riten, hoe extravagant ook, kunnen nooit een gebrek aan liefde compenseren (1 Korintiërs 13: 3). Externe naleving van regels is niet zo waardevol in Gods ogen als een nederig hart dat gewoon doet wat juist is. Gods volk zal in deze tijd blijven verlangen naar gerechtigheid, barmhartigheid en onmogelijkheid voor de Heer.
Leave a Reply