Fotosynthese is het proces waarbij planten de energie van de zon gebruiken om suiker (glucose) te maken voor voedsel. Planten absorberen energie uit zonlicht, nemen kooldioxide op uit de lucht via hun bladeren, nemen water op via hun wortels en produceren glucose en zuurstof. Fotosynthese vindt plaats op het land en in ondiep water waar zonlicht zeewier kan bereiken.
Chemosynthese is het proces waarbij voedsel (glucose) wordt gemaakt door bacteriën die chemicaliën gebruiken als energiebron, in plaats van zonlicht. Chemosynthese vindt plaats rond hydrothermale ventilatieopeningen en methaan sijpelt in de diepzee waar zonlicht afwezig is. Tijdens chemosynthese gebruiken bacteriën die op de zeebodem of in dieren leven energie die is opgeslagen in de chemische bindingen van waterstofsulfide en methaan om glucose te maken uit water en kooldioxide (opgelost in zeewater). Zuivere zwavel en zwavelverbindingen worden geproduceerd als bijproducten.
In het diagram gebruiken mosselen en buiswormen het waterstofsulfide dat vrijkomt uit een hydrothermale ventilatieopening. De chemische vergelijking die hier wordt gegeven voor chemosynthese is slechts een van de vele mogelijkheden.