Yankee, een inwoner of staatsburger van de Verenigde Staten of, nauwkeuriger gezegd, van de staten New England van de Verenigde Staten (Maine, New Hampshire, Vermont, Massachusetts, Rhode Island en Connecticut). De term Yankee wordt vaak geassocieerd met eigenschappen als sluwheid, spaarzaamheid, vindingrijkheid en conservatisme. Het werd door zuiderlingen toegepast op federale soldaten en andere noorderlingen tijdens de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865) en daarna.
De oorsprong van de term is onbekend. The Oxford English Dictionary zegt dat “misschien wel het meest plausibele vermoeden” is dat het afkomstig is van het Nederlandse Janke, het verkleinwoord van Jan (John). Britse soldaten gebruiken het in 1775 als een term van spot. Mitford Mathews (A Dictionary of Americanism on Historical Principles) volgde zijn opkomst, erop wijzend dat er geen bewijs is gevonden van het gebruik van het woord door New Englanders vóór de Slag om Lexington (1775).
Er zijn veel fantasievolle afleidingen naar voren gebracht. Een mythische De stam van de Massachusetts Indianen, de Yanko’s (“Invincibles”), zou zijn verslagen door dappere New Englanders die op de een of andere manier hun naam aannamen. Virginians wierpen tegen met het verhaal dat het woord lafaard of slaaf betekent en is afgeleid van het Cherokee-woord eankke; een dergelijk woord bestaat niet in de Cherokee-taal. Deze en vele andere theorieën over de oorsprong van Yankee en van Yankee Doodle worden besproken en allemaal afgewezen in een uitgebreide studie die is uitgevoerd voor de Librarian of Congress door Oscar G. Sonneck (1873-1928): Report on “The Star-Spangled Banner, “” Hail Columbia “,” America “,” Yankee Doodle “(1909).